Welten: Spelverdeler in de opsporing

januari 6, 2011

Eergisteren (dinsdag 4 januari 2011) was er op de televisie een uitzending te zien van het programma ‘5 jaar later’. Daarin kijkt presentator Jeroen Pauw samen met een gast terug op uitspraken en voorspellingen die deze gast 5 jaar geleden deed, om te kijken wat er van de verwachtingen is uitgekomen en hoe de gast er nu over denkt. In de uitzending van gisteren was Bernhard Welten te gast – hoofdcommissaris van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland.

Vijf jaar later

Aan de orde kwamen onder andere geweld in Amsterdam Zuidoost, criminaliteit van veelplegers en de georganiseerde misdaad. Over gevaar van het geweld in Amsterdam Zuidoost toonde Welten zich opmerkelijk realistisch. Verder distantieerde hij zich in het programma van de opmerkingen van Frits Bolkestein, die had gesteld dat Joden vanwege de discriminatie in Nederland maar beter konden emigreren en stelde hij dat de Amsterdamse politie het aankomende boerkaverbod niet zou gaan handhaven. Op Pauws vraag of hij burgerlijk ongehoorzaam aan het worden was antwoordde Welten: “Soms wel”.

Minder verkwikkelijk werd het toen het begrip ‘digitale slotgracht’ aan de orde kwam, wat tot groot enthousiasme bij Welten leidde. Het begrip slaat op toepassing van camerasystemen en databases om automobilisten met bijvoorbeeld een openstaande boete of belastingschuld eruit te kunnen pikken. Ook veelplegers en mensen die te weinig alimentatie hadden betaald kwamen daarvoor volgens de hoofdcommissaris in aanmerking. Welten over de mogelijkheden: ”Je wilt niet weten wat er allemaal bedacht kan worden waarop je uiteindelijk iemand zou kunnen controleren en waar om wat voor redenen dan ook behoefte aan is.” Daarop reageerde Jeroen Pauw dat hij dat eigenlijk juist wel wilde weten. Een terechte reactie natuurlijk, maar helaas verzuimde Pauw er ver genoeg over door te vragen. Vijf jaar daarvoor had hij eigenlijk ook zijn huiswerk al niet goed gedaan. Hij had Welten toen expliciet moeten bevragen over het visiestuk “Spelverdeler in de Opsporing” dat in december 2004 naar buiten kwam en dat onder supervisie van de hoofdcommissaris tot stand was gekomen.

Minority Report

Het visiestuk schetst een (volgens het stuk zelf nabije) toekomst waarin de politie door middel van technologische ontwikkelingen in staat is tot een totale controle van de burgers: al dan niet intelligente bewakingssystemen zijn overal aanwezig in de publieke en private ruimte en gekoppeld aan databestanden, die weer gekoppeld zijn aan draagbare computers van futuristisch uitgeruste agenten op straat. Detectiesystemen in of boven het wegdek kunnen in real time drugs, wapens, DNA sporen, persoonskenmerken enz. detecteren waarop onmiddellijk actie kan worden ondernomen. Sterker nog, criminaliteit wordt voorspelbaar en kan zo worden voorkomen. Hieraan refereert Welten terloops in het programma van Pauw wanneer hij het heeft over het KNMI voor de criminaliteit. De visie die in het stuk wordt neergezet is er een waarbij elke totalitaire leider zijn vingers zal aflikken. Welten citeert in het voorwoord van het stuk de toelichting bij de uit 2002 daterende film van Steven Spielberg, Minority Report:  

“In het Washington, D.C. van 2054 bestaat moord niet meer. Men kan immers in de toekomst kijken en alle schuldigen worden gestraft voor ze hun misdaad begaan”.

De rol van forensische opsporing ziet hij als “meer en meer sturend, richting gevend in de onderzoeken. En dat is nieuw. De mogelijkheden van de techniek lijken oneindig. […] Met de ontwikkelingen van nieuwe technologieën en de onbetrouwbaarheid van de verklaringen van getuigen of verdachten speelt forensische opsporing in termen van bewijsvoering een steeds grotere rol in het strafproces. Technisch bewijs is meer waard dan de verklaring van mensen. Mensen maken fouten, verdachten beroepen zich op hun zwijgrecht, maar de verklaring van technische sporen zijn veel zo niet alles zeggend”. Opportunisme is de hoofdcommissaris kennelijk niet vreemd: In het programma van Pauw geeft hij juist aan vertrouwen te hebben in de verklaringen van kroongetuige Peter La Serpe. Het is ook onbegrijpelijk dat Welten zo’n onbegrensd vertrouwen in alleen forensische sporen stelt.

In het visiestuk zelf wordt in hoofdstuk 2 een beeld geschetst van de “nabije toekomst van de politiezorg”. ’Big Brother is watching you’ zou een understatement zijn om de geschetste visie aan te duiden. Ik zal de tekst dan ook voor zichzelf laten spreken; alleen de kopjes zijn van mij:

Big Brother

“De fysieke observatie is structureel aangevuld met videosystemen in de (semi-)publieke en private ruimte. Deze systemen worden voorzien van gezichts- en stemherkenningstechnieken. Er is sprake van een combinatie van statische en dynamische systemen. Statische videosystemen staan 24 uur per dag en zeven dagen in de week aan.

[…]

De huidige toepassing in (semi-)publieke ruimten als parkeergarages, uitgaansgelegenheden, casino’s, pretparken en kantoren wordt structureel uitgebreid. Dynamische systemen worden automatisch geactiveerd door software, dat reageert op plotselinge bewegingen of opmerkelijke veranderingen in grote mensenmassa’s, bijvoorbeeld bij sportwedstrijden of demonstraties. Hetzelfde gebeurt indien zich wijzigingen voordoen in het normale geluidspatroon (audiosystemen).

[…]

Wetgeving verplicht producenten van dure gebruiksvoorwerpen (auto’s, computerapparatuur, meubels etc.) om sensoren aan te brengen. Deze kunnen worden geactiveerd indien zij worden ontvreemd.

[…]

Op de toegangswegen van grote steden, maar ook in geografische ringen in de stad en rond specifieke risicogebieden en gebouwen zijn detectiepoorten geïnstalleerd. Het voorbeeld van Londen, waar de binnenstad wordt gemonitored door een geautomatiseerd videosysteem dat alle kentekens geregistreerd, heeft op grote schaal navolging gevonden. Detectiepoorten bestaan uit een combinatie van wapen, drugs-, gas-, explosieven en biologische sensoren. Zij zijn aangebracht in het wegdek, op verkeersborden boven de weg, in de vangrail en reclameborden. Alarmeringen worden direct doorgegeven aan politiefunctionarissen op straat en de meldkamer.”

Robocop

Robocops

“Iedere politiefunctionaris is uitgerust met een draagbare miniatuurcomputer die draadloos is verbonden met de verschillende detectiesystemen en de meldkamer. Iedere politieman draagt een helm en een bril. De oude portofoon is geïntegreerd in de helm en in de hoeken van de bril kunnen foto’s en videobeelden worden doorgeseind. Met handpalmsystemen worden foto’s en videobeelden gemaakt voor de identificatie van personen en/of goederen. De informatie wordt doorgegeven aan een centrale computer en vrijwel in real time wordt de agent voorzien van informatie. De draagbare miniatuurcomputer kan wapens (Passive Millimetric Microwave Detection System) en explosieven detecteren, maar ook drugs- , DNA- en alcoholtesten uitvoeren (lab-on-a-chip). De computer is voorzien van technieken om radioactiviteit en andere mogelijke biochemische wapens te ontdekken (Multi-agent Chemical Biological and Nuclear Detection Equipment). De draagbare computer beschikt over röntgenapparatuur en warmtetechnieken. Met het eerste kan door koffers en kleding worden ‘gekeken’, met het laatste kan door muren worden ‘gekeken’ om te zien of zich daar personen of warmteprocessen (zoals vervaardiging van XTC en hennep) bevinden.

[…]

Door deze technieken wordt het toezicht effectiever, wordt bezit beschermd, kan de authenticiteit van burgers sneller en beter worden vastgesteld en kunnen wapens, explosieven en biochemische stoffen sneller, beter en eerder worden gedetecteerd. Bovendien worden potentiële daders eerder gelokaliseerd met behulp van gezichtsherkenning, biometrische vinger- en irisafdrukken en zelfdenkende camera’s met agressiedetectors. De technieken om voertuigen en personen te kunnen traceren worden door de digitalisering van de samenleving onbegrensd.”

Geautomatiseerde beslissingsmomenten

“De verscheidenheid aan informatieproducten (foto’s, videobeelden, geluidsopnamen en on the spot testen) kunnen worden gebruikt in de opsporing. Hetzij als sturingsinformatie, hetzij als bewijs.

Het opsporingsproces is geprofessionaliseerd door de invoering van intelligente kennissystemen voor case screening (koppeling van bestanden), geautomatiseerde managementsystemen voor de planning van het onderzoek, met daarin geautomatiseerde beslissingsmomenten en tijdwinst door het ter beschikking hebben van real time forensische analyses. De strafrechtsketen is volledig geautomatiseerd. Vanaf het plaats delict tot aan de rechtszitting wordt gebruik gemaakt van digitale dossiers die processen-verbaal, foto’s, video’s, virtuele reconstructies en forensisch technische analyserapporten bevatten. De elektronische dossiers zijn voorzien van zoekmachines (juridische Google’s) die het de rechercheur, het recherchemanagement, de officier van Justitie, de advocaat en de rechter mogelijk maken efficiënt te zoeken en dwarsverbanden aan te brengen. Getuigen en verdachtenverhoren worden deels virtueel uitgevoerd. Rogatoire commissies worden met straal- en internetverbindingen uitgevoerd. Tijdens een rechtszitting zijn niet langer alle betrokkenen aanwezig omdat verbindingen langs virtuele weg worden gemaakt. De opsporing heeft in al zijn facetten de integratie van ICT gezien. Vanaf vaste en mobiele locaties zijn draadloze verbindingen gemaakt met databanken. Middels datamining-technieken, die worden ondersteund met kunstmatige intelligentie, is een groot aantal open en gesloten bronnen in real time bevraagbaar.”

Geneutraliseerd

“De toepassing van fysiek geweld is teruggedrongen door de introductie van non lethal weapons: een nieuwe generatie wapens dat door geluidsgolven het centrale zenuwstelsel aantast en criminelen of verstoorders van de openbare orde tijdelijk ziek, zwak en misselijk maakt. Auto’s en motoren kunnen met gerichte ‘schoten’ tot stoppen worden gedwongen doordat de elektrische circuits worden vernietigd. Met behulp van de video- en audioapparatuur, de detectiepoorten en de draagbare computers worden potentiële verstoringen van de orde preventief aangepakt. Gesignaleerde personen worden ‘geneutraliseerd’. Door de integratie van lokale detectiebronnen met nationale (forensische) databanken is de effectiviteit sterk toegenomen. Satellieten worden gebruikt voor het monitoren van openbare ordeverstoringen. De informatie wordt doorgestraald naar helikopters en kleine – wendbare – vliegtuigen die meer gericht situaties opnemen.”

Ambitieus

Tot zover de citaten uit het visiestuk. Naast de totale controle van burgers door middel van camera- en detectiesystemen valt op de totale verontmenselijking van de politieagent. Ze zijn veranderd in een soort van Robocops die maar in weinig meer lijken op die ‘vriendelijke wijkagent’ van om de hoek. Ook zeer opvallend is de beoogde automatisering van het opsporingstraject, die in combinatie met het onbegrensde vertrouwen in de waarde van (automatisch verkregen) forensisch bewijsmateriaal uitermate gevaarlijk is. Als laatste valt natuurlijk op de beoogde totale eliminatie van criminaliteit en maatschappelijk verzet. Blijft over de vraag in hoeverre de geschetste visie nu mogelijk zal zijn in de nabije of verder liggende toekomst. Het stuk is zeker niet weg te zetten als de oververhitte fantasie van een aantal politiefunctionarissen. De auteurs nemen het in ieder geval zeer serieus: “Is deze science fiction louter vermaak of, stimuleert Hollywood onze creativiteit en anticipatievermogen? Wij denken het laatste”. Ook het Nederlands Forensisch Instituut en enkele wetenschappers zijn betrokken bij de totstandkoming van de toekomstvisie. Zijn zij met opzet in onvoldoende mate kritisch geweest over de technologische mogelijkheden? Dat is best mogelijk, ze hebben mogelijk ook een belang in de toename van onderzoek op dit gebied. Financiering van toegepast onderzoek door de overheid is altijd welkom in de competitieve academische wereld en ook het NFI zal vergroting van het onderzoeksterrein toejuichen. De geschetste visie is uitermate ambitieus en als zodanig in de nabije toekomst niet haalbaar, maar om geld los te krijgen is een wijds perspectief altijd het beste; die boodschap heeft men in de wetenschappelijke wereld wel begrepen.

Toch is het onverstandig om toekomstvisie als onrealistisch weg te zetten. Een aantal zaken kunnen in de nabije toekomst wel degelijk worden gerealiseerd of zijn inmiddels zelfs al realiteit: de intelligente camerasystemen zijn er (bijvoorbeeld: Hostile Intent Technology van TNO) en de koppeling van databestanden is er ook. De genoemde lab-on-a-chip is ook gerealiseerd: ze zijn verkrijgbaar voor zelfdiagnostische (medische) doeleinden en in het kader van de opsporing is er een lab-on-a-chip gerealiseerd die DNA analyses kan uitvoeren op basis van verkregen wangslijm. De analyse duurt weliswaar nog 4 uur maar die tijd is mogelijk wel te bekorten. Ook de integratie van meerdere soorten analyses is waarschijnlijk wel te realiseren op termijn. De detectie van chemische stoffen zoals drugs of explosieven door detectoren in of boven het wegdek, het lijkt nog ver weg vanwege detectielimieten die extreem laag moeten zijn en de moeilijkheid om te bewijzen waar de gedetecteerde stoffen dan wel precies vandaan kwamen. Maar als de techniek niet gebruikt wordt voor bewijzen maar voor een grove selectie op basis waarvan grote aantallen bestuurders langs de kant van de weg gezet zullen worden voor controles, wat blijft er dan over van onze zogenaamde ‘burgerrechten’?


Dwangmedicatie als zwaard van Damocles

december 9, 2010

 

dwangmedicatie_als_zwaard_van_Damocles (download hier een uitgebreider artikel met meer achtergronden en referenties in pdf format)

 De Beginselenwetten die van toepassing zijn op gedetineerden in de gevangenis, jeugdgevangenis en tbs-inrichtingen ondergaan op korte termijn drastische wijzigingen. Daardoor dreigt de toepassing van dwangbehandeling bij gevangenen – in de praktijk meestal dwangmedicatie – een enorme vlucht te nemen.

 Ongebreidelde dwang

Volgens de nu geldende wetgeving is dwangbehandeling eigenlijk alleen voor korte tijd mogelijk bij direct gevaar voor de gedetineerde zelf of voor personen in zijn of haar omgeving. In de praktijk betekent dit dat dwang kan worden toegepast op mensen die in een (sterk) psychotische toestand verkeren en agressief gedrag vertonen.

In de nieuwe wetgeving gaat een sterk uitgebreid gevaarcriterium gelden. Dit omvat naast gevaar voor lichamelijk letsel ook het gevaar dat iemand maatschappelijk te gronde gaat, gevaar dat anderen aan zijn of haar zorg toevertrouwd verwaarloosd zullen worden, gevaar voor zelfverwaarlozing en een algemeen gevaar voor de veiligheid van personen of goederen. Met dit criterium dreigt een sterke uitbreiding van de groep mensen die ermee te maken kunnen krijgen, naar bijvoorbeeld mensen die zich excentriek gedragen in de openbare ruimte. Deze kunnen immers met geweld te maken krijgen van mensen die zich aan hun excentrieke gedrag storen. Het is verder bijvoorbeeld de vraag hoe het gevaarcriterium gaat uitwerken bij toepassing op het gevaar voor goederen. Kunnen politieke activisten na een psychiatrische diagnose ermee te maken krijgen? Er is geen duidelijkheid over. In de Memorie van Toelichting bij de wetsvoorstellen wordt wel gesteld dat het om een “niet-limitatieve opsomming” gaat. Dat zet de deur voor dwang wagenwijd open.

Uitbreiding van dwang volgt ook uit de invoering van het aannemelijkheidcriterium: Volgens dit criterium hoeft het alleen maar aannemelijk te zijn dat zonder behandeling het gevaar niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen. Dat lijkt een zeer rekbaar criterium.

Zwakkere rechtspositie  

“Das Gesetz nur kann uns Freiheit geben” (‘de wet alleen kan ons vrijheid geven’), aldus voormalig minister Hirsch Ballin op de themamiddag ‘Zorg en dwang II’ (14 januari 2009). Vele duizenden mensen zullen dat mogelijk in de toekomst heel anders ervaren.

De Nederlandse Orde van Advocaten adviseerde negatief over de wetswijzigingen. Dat is niet verbazingwekkend want de rechtspositie van gedetineerden in de nieuwe situatie is zwak. Bij de totstandkoming van vrijwillige behandeling wordt de inbreng van de gedetineerde minder: Deze behandeling ontstaat niet meer “zoveel mogelijk in overleg met hem”, maar “na overleg met hem”. Bij afwijzen van behandeling op voorwaarden van de behandelaar volgt dwangbehandeling. In tegenstelling tot de situatie in de reguliere GGZ hoeft daarvoor geen rechter ingeschakeld te worden. De directeur van de gevangenis of inrichting besluit hierover op advies van twee psychiaters. De Raad van State gaf hierover een negatief oordeel, evenals over uitbreiding van het gevaarcriterium en invoering van het aannemelijkheidcriterium. Opmerkelijk genoeg werd deze kritiek door toenmalig minister Hirsch Ballin in de wind geslagen. Dat de directeur van de instelling beslist houdt een gevaar in van positieve beslissing tot dwangbehandeling op oneigenlijke gronden. Het kan maar al te gemakkelijk worden om dwangmedicatie te geven uit beheersbaarheidoverwegingen. Dit zal des te meer spelen wanneer er sprake is van personele onderbezetting op de penitentiaire afdelingen.

 Meer stoornissen

De uitbreiding van dwang volgt ook uit de toename van stoornissen en psychische problemen die ermee te maken kunnen krijgen: Het gaat naast psychoses om persoonlijkheidsstoornissen, verslavingsproblemen, ADHD, verstandelijke handicap en autisme spectrum stoornissen zoals pdd-nos en syndroom van Asperger.

Het is maar de vraag of en in hoeverre er een causaal verband tussen deze stoornissen en het af te wenden gevaar is. Er is bovendien veel kritiek mogelijk op de totstandkoming van diagnoses in de psychiatrie. Volgens sommige psychiaters ‘bestaan’ vele stoornissen niet eens en is het zinvoller om naar symptomen te kijken en die te behandelen. Bij behandeling ligt de nadruk vaak op pillen, met het risico van zware bijwerkingen. Door de focus op pillen is er bovendien te weinig oog voor de omstandigheden en hoe die psychiatrische stoornissen kunnen veroorzaken, onderhouden of verergeren. Die omstandigheden zijn in detentie verre van optimaal voor mensen met een psychiatrische conditie: De bewegingsvrijheid is beperkt en er zijn veel harde geluiden, uniformen en camera’s.

Tweede Kamer

Vanuit de Tweede Kamer kwam tot nu toe de meeste kritiek van de SP en de PvdA, en in mindere mate van de CU. Van GroenLinks en D66 ontbrak vreemd genoeg elk commentaar. De regeringsfracties en de PVV hebben geen enkele kritiek en het ziet er dus vooralsnog naar uit dat het voorstel ongeschonden door de Tweede Kamer gaat komen.  Dat betekent dat vele duizenden mensen mogelijk in de komende jaren de onzalige gevolgen van dwangmedicatie zullen gaan ondervinden. Welke groepen mensen dat zullen zijn staat nog te bezien, maar daarover zijn door geen van de fracties kritische vragen gesteld. Ook zijn er geen vragen gesteld over de wijze waarop causale verbanden tussen de psychiatrische stoornissen en het gevaar zullen worden vastgesteld. Deze zaken zijn echter cruciaal voor de mensen die ermee te maken kunnen gaan krijgen – de gedetineerden. Het is daarom onverteerbaar dat deze plannen zo kritiekloos door de Tweede Kamer lijken te gaan komen.


SP totaal van het pad af

november 16, 2010

“Steun voor SP-plan aanpak agressie tegen politie” bericht de Socialistische Partij op 14 november. Het gaat om een plan van SP-kamerlid Ronald van Raak dat volgens het bericht voortkomt uit de meldweek (14 t/m 21 oktober) ‘Handen af van onze agenten’. In het gelijknamige rapport vertellen 50 politieagenten over hun “persoonlijke ervaringen”. De verhalen zijn helaas totaal oncontroleerbaar en in een aantal gevallen duidelijk ongeloofwaardig of gekleurd. Volgens de bijbehorende voorstellen moet agressie tegen agenten “altijd zwaar en snel worden gestraft” en moeten de plegers vaker schadevergoeding betalen. Rechters zouden verder minimaal één keer per jaar met de politie moeten meelopen om meer begrip voor hun situatie te krijgen en veelplegers met een verslaving moeten ‘geholpen’ worden.

Braafste jongetje van de klas Ronald van Raak

 

De SP lijkt hiermee vooral de andere partijen in de Tweede Kamer te willen overtroeven in de roep om verbaal en fysiek geweld tegen ambtsdragers zwaarder te bestraffen dan geweld tegen ‘burgers’. Al in 2006 werd een soortgelijk actieplan opgesteld door minister Remkes (VVD); het Openbaar Ministerie zou in dergelijke gevallen met een dubbele strafeis moeten komen en schadevergoedingen moesten worden geëist. Ook kon volgens dit plan al (super)snelrecht worden toegepast. Hieraan werd door de rechter echter niet altijd gehoor gegeven. Politierechter Falger oordeelde in 2009 dat „omgaan met soms angstaanjagend gedrag” bij het werk van politiemensen hoort. Zij vindt verzet bij een arrestatie, zoals in één van de behandelde zaken aan de orde was „toch iets anders” dan geweld tegen ambulancebroeders. Dit tot grote woede van de politie en veel politieke partijen.

Van Raak erkent in het rapport dat in de Tweede Kamer al eerder is afgesproken om strenger op te treden, maar wil hier kennelijk nog een schepje bovenop doen. Dat hij daarbij voorstellen doet die gedeeltelijk al gelden deert hem kennelijk niet. Zo is de dubbele strafeis van het OM al een realiteit en wordt er in principe vervolgd. Het SP-voorstel stelt nu voor om bij geweld altijd te vervolgen, dat is dus zonder naar de omstandigheden en de ernst van het (verbale) geweld te kijken. Dat geweld vaak door de politie wordt uitgelokt, speelt voor van Raak geen enkele rol. De jongen die kort geleden in elkaar werd gemept door een belachelijk grote politieovermacht en werd gebeten door een politiehond – vanwege het eten van een broodje in de bus – moet volgens van Raak dus ook nog zwaar boeten omdat een agent een stijve kaak heeft opgelopen.

Van Raak heeft zich de laatste jaren ontpopt tot een groot fan van de politie, die geen mogelijkheid onbenut laat om te pleiten voor meer blauw op straat. Van Raak in het rapport: “Mensen worden politieagent om anderen te helpen”. Dat helpen omvat vreemd genoeg ook het opjagen en arresteren van daklozen. Een uitermate dubieus voorstel van van Raak is dat veelplegers van geweld tegen agenten verplicht voor hun verslaving en agressie behandeld moeten worden. Of een eventuele verslaving (waaraan?) en agressie in voorkomende gevallen gerelateerd zijn vraagt van Raak zich überhaupt niet af. Ook deze maatregel is gedeeltelijk dubbelop: er is immers al de ISD-maatregel. Daarbij is plaatsing in een GGZ-instelling en behandeling nog op vrijwillige basis. In het SP-voorstel zou dit verplicht moeten worden. Er wordt niet vermeld of dit ook gedwongen medicatie in zou houden, maar ik vrees dat een dergelijke inbreuk op de lichamelijke integriteit wel tot de gewenste maatregelen behoort. Er waait een gure, ultrarechtse wind in Nederland. Vreemd genoeg komt die wind de laatste tijd opvallend vaak uit de linkerhoek.


Galsteentjes (3): Siebelt vliegt weer uit de bocht

november 3, 2010

Op vrijspreker.nl publiceerde Peter Siebelt, de selfmade beveiligingsexpert, publicist en bestrijder van radicaal -en minder radicaal – links recent het artikel “Opstand tegen kabinet Rutte, van kwaad tot erger”. Siebelt staat bekend om zijn tirades tegen alles wat maar de schijn heeft links te zijn of er op enige wijze mee verbonden is. Berucht is hij ook vanwege zijn complotdenken en zijn ’spekkoeklaagjestheorie’, die een invloed van ‘extreem-links’ tot in het CDA en de VVD suggereert. Het libertaire (neoliberale) vrijspreker.nl biedt Siebelt het podium, maar stelt wel dat het “niet per se” achter de verkondigde meningen staat.

Het artikel is gebaseerd op een bericht in de Telegraaf van 10 september en spreekt over een “geheim strategisch plan, een handleiding” van de PvdA voor “een massale opstand tegen het huidige kabinet-Rutte”. Siebelt citeert uit het ‘geheime stuk’ zelf:

Het is aan ons om voortdurend de spanningen in deze coalitie bloot te leggen en het kabinet zo in de problemen te brengen”, en:

Het rechtse afbraakbeleid gaat de komende jaren veel maatschappelijk verzet op de been brengen. Oppositie voeren we daarom niet in een Haags isolement, maar in nauwe samenwerking met de sociale beweging, de milieubeweging, ouderen en jongerenorganisaties etc. Die samenwerking zoeken we steeds actief op.”

Siebelt zegt hierover:

“Wat Cohen vergeet te vermelden is dat men onder sociale beweging (SB) ook de vakbeweging,  kerkelijke-, migranten-, studenten- en duizenden andere gesubsidieerde organisaties dient te verstaan. Uit andere informatie blijkt dat ook de SP en GroenLinks aan dit soort activiteiten meedoen en hun dwarsverbanden met de SB gebruiken voor hun oppositionele activiteiten”.

Siebelt spreekt van een dubieuze buitenparlementaire betrokkenheid, die ook is waar te nemen “bij enkele linkervleugelaars binnen het CDA en de VVD”. Die betrokkenheid is “gevaarlijk omdat we weten dat er in die zogenaamde ‘sociale’ beweging van hoog tot laag elementen actief zijn die terreur, geweld niet schuwen”.

Het artikel moet Nederland dus waarschuwen voor complotsmeders ter linkerzijde die het in hun hoofd halen om oppositie tegen dit kabinet te organiseren en voor de gevaarlijke invloed van ‘extreem-links’ hierbij. Siebelt vindt het geen enkel probleem om maatschappelijk verzet van welke aard dan ook te criminaliseren. Zijn spekkoeklaagjestheorie moet dit legitimeren.

In het universum van Siebelt mogen kennelijk alleen banken, politici en multinationals innige contacten hebben. Het is verder geen probleem als deze elite elkaar de handen boven het hoofd houdt, elkaar beloningen toeschuift of beleid ontwikkeld dat voornamelijk haar leden zelf ten goede komt. Zij hoeven ook geen verantwoording af te leggen wanneer ze hun onzalige plannen door de strot van ‘gewone mensen’ duwen. Echter, verzet van die mensen tegen asociaal beleid – dat het leven van veel mensen de komende jaren nog moeilijker zal maken – is volgens Siebelt per definitie onwenselijk en gevaarlijk. Dat is te belachelijk voor woorden. Siebelt vliegt hier met een daverende knal uit de bocht. Een total loss, lijkt mij, als ik de schade zo overzie.


Politiegeweld

oktober 11, 2010

De demonstratie tegen het kraakverbod in Amsterdam en Nijmegen hebben geleid tot confrontaties tussen politie enerzijds en krakers en sympathisanten anderzijds. De confrontaties waren soms heftig en deden velen terugdenken aan de jaren 80. Een belangrijk verschil daarbij is dat de kraakbeweging in die tijd veel groter was: er waren vele tienduizenden krakers tegen iets van tweeduizend nu.
Duidelijk is dat een dergelijke groep veel makkelijker te isoleren en aan te pakken is door de overheid, die dan ook haar kans grijpt om de beweging voorgoed de nek om te draaien. Hoe is de kraakbeweging zo geïsoleerd geraakt? Dat is een interessante vraag om te onderzoeken, maar volgens mij speelt een gebrek aan solidariteit en verbondenheid van twee kanten een belangrijke rol. Een gebrekkige solidariteit van de linkse partijen die vanuit hun verwaterde linkse visie de kraakbeweging niet op waarde weten te schatten als een relevante politieke beweging en er daarom niet bij zijn als het erom spant. Een te grote neiging van de vaak anarchistische krakers om zich in het eigen kringetje te bewegen en alles wat minder radicaal is af te wijzen. Die houding zit diep en zit er al heel erg lang: in de jaren 80 werd door sommige krakers de PSP als veel te rechts weggezet; de PSP bevond zich in die tijd echter mijlenver ter linkerzijde van de huidige SP (om over GroenLinks maar niet te spreken). Een vernieuwde solidariteit tussen radicale socialisten, anarchisten en ecologische activisten is nodig. Daarbij horen begrip voor elkaars standpunten en actiemethoden hand in hand te gaan met kritische discussies.
Het was wel duidelijk dat een confrontatie in de lucht hing: burgemeester Van der Laan stelt doodleuk vlak voor de inwerkingtreding van het kraakverbod dat alle panden ontruimd zullen worden: het is natuurlijk een regelrechte provocatie van de krakers die van het ene op het andere moment geconfronteerd worden met de nieuwe grimmige realiteit. Met hun rug tegen de muur besluiten de krakers in het offensief te gaan en panden te kraken tijdens de demonstratie. Wie verder kijkt dan de reguliere media kan niet anders concluderen dan dat de ongeregeldheden die daarna volgen grotendeels veroorzaakt zijn door provocaties en ongeprovoceerde aanvallen van de politie (ME en politie te paard). Een dergelijke mate van geweld is mede mogelijk omdat de kraakbeweging al jaren op effectieve wijze gecriminaliseerd wordt door de politie met overtrokken berichten over boobytraps en dergelijke. Berichten die door de reguliere media klakkeloos worden overgenomen. Ook het kraakverbod zelf legitimeert geweld tegen de krakers: dit zijn immers criminelen geworden en zoals de burgermansmoraal het stelt: je blijft met je poten van andermans bezit af, hoe onrechtmatig verkregen ook. Dat het ophopen van geld en bezit en verkrijgen van rijkdom door speculatie en uitbuiting van anderen gelijk staat aan diefstal is een gedachte uit lang vervlogen tijden, zoveel is duidelijk.
Over het geweld van staatswege (hier en in aangrenzende landen) hoor je maar weinig in de media. Bij de grote demonstratie in Stuttgart werd door de politie ingehakt op middelbare scholieren en ouderen die vreedzaam protesteerden. Van twee mensen werden de ogen letterlijk uit de oogkassen gespoten door een nieuw type waterkanon, maar daarover in de Nederlandse actualiteitenrubrieken geen woord. Het is triest dat de overheid op zulke gewelddadige wijze sociale conflicten meent te moeten beslechten, nieuw is het helaas niet.

Food for Thought:

Indymedia NL (Nederland) – kraakdemo amsterdam loopt uit op felle confrontatie

de.indymedia.org | Stuttgart: Menschenkette um Park und Landtag

Indymedia NL (Nederland) – Relletjes Molukse manifestatie te wijten aan politieoptreden

Indymedia NL (Nederland) – Niet alle uniformen zijn blauw