Het vuur van het verzet

februari 23, 2011


Bruin 1 draait door

februari 10, 2011

 

En dat is nog niet alles. Het meest asociale en immorele kabinet allertijden treft ook nog jong-gehandicapten (Wajong-ers), mensen die begeleid wonen door enorm in het Persoonsgebonden Budget (PGB) te hakken, en ‘zorgleerlingen’ (leerlingen met problemen die extra begeleiding nodig hebben zoals bijvoorbeeld kinderen met autisme) door 300 miljoen euro te bezuinigen. Daardoor worden voor deze kinderen de mogelijkheden om volwaardig mee te doen ernstig beperkt met alle gevolgen voor hun toch al onzekere toekomst. Wat een walgelijk zooitje is het toch.

In dagblad Trouw beweert de verantwoordelijke minister Marja van Bijsterveld dat het beleid voor scholieren met een handicap of stoornis heeft gefaald. Het systeem is volgens haar uit zijn voegen gegroeid en heeft gezorgd voor te veel kinderen met een ’label’. Wat een hypocrisie is dat. Er moet geld gehaald worden en opeens heet het dan dat de kinderen teveel een label opgeplakt krijgen. Dit kabinet doet niet anders dan het stigmatiseren van kinderen met probleemgedrag, aanpassingsproblemen of andere problemen.  Psychiatrische diagnoses en criminaliteit worden steeds meer met elkaar in verband gebracht. De roep om vroege ‘screening’ van kinderen op psychiatrische stoornissen vanuit het veld (kinderpsychiatrie e.d.) vind een gewillig oor bij dit kabinet van dwang en repressie. Gedoogpartner Wilders laat vandaag weer eens van zich horen met een plannetje om veelplegers in ‘tuigdorpen’ onder te brengen. Zal het kabinet hier afstand van nemen? Vast niet. Maar veel kinderen zullen zonder goede begeleiding in moeilijkheden komen, in de steek gelaten door een egoïstische maatschappij die ze tegen zo laag mogelijke kosten in een keurslijf wil wringen waar ze met geen mogelijkheid in passen. Veel kinderen met achterstanden, autisme of andere problemen zullen het zonder extra aandacht niet redden in het reguliere onderwijs. Verzet tegen labelling van kinderen (en anderen) is hard nodig, maar ook verzet tegen een kabinet dat de zwaksten in de samenleving zo in de kou zet.


Galsteentjes (5): “Uw Apathie, Onze Ruimte”

januari 13, 2011

WikiLeaks heeft op 11 maart 2010 een memorandum (cia-afghanistan-memo) van de CIA (‘CIA Red Cell’) onthuld over de publieke opinie over de oorlog in Afghanistan. Het was Zwarte Gal geheel ontgaan en mogelijk u ook, want er is niet zoveel over te vinden op internet en op nos.nl werd het nieuws door dr. Ben de Jong1 van de Universiteit van Amsterdam nogal gebagatelliseerd. Het memorandum stelt direct na de inleiding: “Onverschilligheid bij het publiek maakt het leiders mogelijk om stemmers te negeren.”2 Dat u het maar even weet: Uw apathie schept de ruimte voor regeringsleiders om te doen wat ze willen. De CIA rekent erop, de regeringsleiders rekenen er zelf ongetwijfeld ook op. Onze leiders willen het graag zo houden.

Het document vervolgt: “Het lage gewicht van de missie in Afghanistan in het publieke debat heeft het de Franse en Duitse leiders mogelijk gemaakt om de oppositie onder het volk te negeren en hun troepenbijdrage aan ISAF gestaag te doen groeien. Berlijn en Parijs hebben momenteel het derde en vierde hoogste niveau van de hoeveelheid troepen, ondanks het afwijzen van een toename in het aantal ISAF troepen door 80% van de Duitse en Franse respondenten, volgens een INR enquête in de herfst van 2009.”2

De apathie werkt dus goed voor de regeringsleiders (en andere belanghebbenden). Toch bestaat de vrees dat de onverschilligheid in actieve vijandigheid kan veranderen als bij een toename van militaire acties slachtoffers aan NAVO zijde of onder Afghaanse burgers vallen. Het militaire offensief dient dus ondersteund te worden met een propaganda offensief.

“Op maat gesneden boodschappen”, gericht op de gevoelens en angsten die onder de burgerbevolking heersen zijn daarvoor het juiste middel: De boodschappen moeten de effecten van terugtrekking voor de Afghaanse burgerbevolking “dramatiseren” en zo op het “schuldgevoel” inspelen. Ook de angst voor de toename van terreur en opiuminvoer in Duitsland en de toename van het aantal vluchtelingen uit Afghanistan zijn geschikte hefbomen om de publieke opinie te doen kantelen.

Het memorandum geeft ook enig inzicht in de wijze waarop het beoogde doel moet worden bereikt, namelijk via de regeringsleiders zelf maar ook (direct of indirect?) via de media. Er wordt gesteld dat de “Franse regering (…) waarschijnlijk een informatiecampagne zou steunen waaruit zou blijken dat een nederlaag van de NAVO zou leiden tot een vluchtelingencrisis.” Ook wordt gesteld dat “outreach initiatieven de gelegenheid kunnen creëren voor de media om Afghaanse vrouwen hun verhalen te laten delen met Franse, Duitse en andere Europese vrouwen om de diepgaande scepsis over de ISAF-missie onder West-Europese vrouwen te overwinnen”.2

Maar alleen als dat nodig is natuurlijk; tot die tijd rekenen de leiders op uw apathie.

Bron:

Speciaal memorandum CIA Red Cell; Afghanistan: Handhaving van Europese steun voor de NAVO-missie – Waarom rekenen op apathie niet genoeg zou kunnen zijn2, CIA report into shoring up Afghan war support in Western Europe, WikiLeaks release March 26, 2010.

Noten:

1) Ben de Jong is tevens lid van de Netherlands Intelligence Study Association (NISA), een besloten studieclub van, volgens hun website, zo’n 50 personen waaronder academici, overheid ‘officials’, journalisten, juristen en medewerkers/oud-medewerkers van inlichtingen-, veiligheids- en politiediensten met als doel “het bevorderen van een geïnformeerde discussie”.

2) Vertalingen door Zwarte Gal.


Psychiatrie aan de oppervlakte

januari 11, 2011

Gedurende de laatste jaren is de focus van de psychiatrie steeds meer op erfelijke factoren en afwijkingen in de hersenen (met name verstoringen in neurotransmitter balansen) komen te liggen. De invloed van de maatschappij, sociale omgeving en opvoeding is steeds verder naar de achtergrond verdwenen. Deze trend heeft geleid tot een sterke focus op pillen. Dit is zeker niet altijd zo geweest: in de tijd van Freud lag er een sterke nadruk op de invloed van fases uit het vroege leven. Volgens deze benadering ontstonden problemen als specifieke fases uit het kinderleven niet goed werden doorlopen. De theorie erachter wordt nu als grotendeels als verouderd beschouwd; wat mij betreft is deze theorie totaal onbewezen vanwege het speculatieve karakter van de fasen die elk kind zou doorlopen: Daar is geen enkel wetenschappelijk bewijs voor. Het basisidee dat trauma’s uit de jeugd of een andere periode een rol spelen bij het ontstaan van psychische klachten lijkt echter zo voor de hand te liggen dat je zou kunnen spreken van een open deur. Helaas staat die deur minder ver open dan je zou verwachten.

Interessant en soms schokkend om te lezen in dat verband is het artikel “Instrumentele diagnostiek en het kind als machientje: een kritiek”. In dit zeer lezenswaardige stuk, geschreven door Gerard Brouwers, een psycholoog die sinds 1973 met kinderen met problemen werkt, worden een aantal veelzeggende ‘cases’ beschreven. Daarin spelen kinderen met verschillende problemen de hoofdrol. In één geval is sprake van een zogenaamde oppositionele gedragsstoornis met Gilles de la Tourette, in een ander van ADHD. Brouwers beschrijft de turbulente, met negatieve gebeurtenissen overladen geschiedenis van de kinderen en hoe professionals op het terrein van pedagogiek en psychiatrie soms ontstellend weinig aandacht hebben voor deze geschiedenis in relatie tot de geconstateerde stoornissen. De focus is daarbij zeer eenzijdig gericht op het kind zelf en niet op zijn omgeving en geschiedenis. Brouwers hierover: ” Als wij hun problemen interpreteren als kindkenmerken, als stoornissen in de chemie en de bedrading van het apparaat en als oplosbaar met drankjes en pilletjes of met opgelegde oefeningen en trainingen, ontdoen wij hun wereld van betekenis en samenhang (…).”

In tegenstelling tot deze pedagogen en psychiaters ziet hij het afwijkende gedrag als uitdrukking van de problemen die de kinderen hebben ondervonden. Hij refereert daarbij aan de Amerikaanse kinderpsychiater Dennis Donovan die volgens hem heeft laten zien hoe trauma’s de ontwikkeling van het kind verstoren en hoe daaruit gedrag ontstaat dat leidt tot classificaties als ADHD, oppositionele gedragsstoornis, autisme, PPD-NOS en dyslexie. Brouwers: “Het categorale denken en de praktijk van indicatiestellende dossiervulling leidt af van waar wij het echt over moeten hebben: de geschiedenis van het kind en van zijn ouders, hun belevingswereld, hun verhalen. De verhalen achter de klachten en de scores.”

Er is dus veel mis in het denken van de psychiaters over psychische klachten. Toch gloort er mogelijk wat hoop aan de horizon. Er lijkt een lichte kentering aan te komen: De visie van psychiater Jim van Os, Nederlands psychiater van het jaar in 2008 en hoogleraar sociale psychiatrie in Maastricht, lijkt wat aan terrein te winnen. De wetenschapper heeft voor The Lancet een analyse geschreven over de invloed van omgevingsfactoren op de diagnose ‘schizofrenie’, een diagnose die hij overigens onwetenschappelijk en stigmatiserend noemt. Voor Nature mag hij nu een vergelijkbare analyse gaan schrijven. In Observant, het weekblad van de Universiteit Maastricht, relativeert hij sterk het belang van neuro-imaging en genetica. De beelden van de hersenen verkregen door middel van neuro-imaging ziet hij als beschrijvend en niet als verklarend, en diagnostisch als van weinig waarde. De psychiater gaat uit van een ingewikkeld samenspel van genetische kwetsbaarheden en omgevingsfactoren, waarbij de laatste van doorslaggevend belang zijn. Het ontstaan van psychoses verklaart hij als volgt: “Alles draait om het ingewikkelde samenspel tussen omgeving en genetische gevoeligheid. Langs die weg blijken jeugdtrauma’s ook te leiden tot een hogere stressgevoeligheid in het volwassen leven, wat vatbaarder maakt voor onwerkelijke belevingen zoals flashbacks, uitmondend in een overgevoelig dopaminesysteem dat tenslotte de hallucinaties veroorzaakt”.

Het is te hopen dat de invloed van persoonlijke geschiedenis en omgevingsfactoren (opvoeding, sociale omgeving, maatschappij) weer een rol van betekenis in de visie van de psychiaters gaat spelen. Dan zou meer nadruk op cognitieve therapieën in plaats van pillen komen te liggen. Nog beter zou het zijn als de maatschappij socialer en humaner zou worden ingericht, om zo het ontstaan van psychiatrische klachten te voorkomen. Voorlopig moet er echter nog heel wat veranderen in de visie van de psychiaters. In het Leerboek Psychiatrie van de vooraanstaande psychiaters Hengeveld en van Balkom stellen de auteurs “dat de psychiatrie in de kern een medisch specialisme is.” De psychiatrie geeft volgens hen geen diepe inzichten in de psyche: “Psychiaters zijn eerder bezig met de oppervlakte, met datgene wat men aan de patiënt kan zien of horen. Diepgaande beschouwingen en speculaties over wat er achter en onder psychische klachten zit, spelen in de dagelijkse praktijk van de psychiater geen rol van betekenis.” Waarvan akte.

Bronnen:

[1] Een bijzonder medisch specialisme, M.W. Hengeveld, A.J.L.M. van Balkom, in: Leerboek Psychiatrie, M.W. Hengeveld, A.J.L.M. van Balkom (red.), de Tijdstroom, 2005.

[2] Instrumentele diagnostiek en het kind als machientje: een kritiek, Lezing op SIMEA-Congres te Lunteren, 15 april 2004.

[3] “De waarde van hersenplaatjes in de psychiatrie: nul”, Maurice Timmermans, Observant, 4 november 2010.


Galsteentjes (4): Rookwolken over de moerdijk

januari 8, 2011

Het Openbaar Ministerie weigert de lijsten met chemicaliën vrij te geven van stoffen die door het bedrijf Chemie-Pack werden verwerkt. Als argument hiervoor refereert het OM aan het strafrechtelijke onderzoek dat naar de zaak is gestart. In mijn ogen een totaal non-argument. Het is maar moeilijk voor te stellen hoe vrijgeven van deze lijsten het onderzoek zou kunnen beïnvloeden of belemmeren. Het heeft er meer de schijn van dat het OM hiermee de ontstane onrust over de vrijgekomen stoffen wil indammen. Over rookwolken gesproken.

Het OM beweert verder dat de aard van de stoffen niets zegt over de schadelijkheid na verbranding. Bovendien zou de schadelijkheid na verbranding lager zijn. Dat laatste zal wel waar zijn in zijn algemeenheid. Zeker als het gaat om ongechloreerde koolwaterstoffen bij een volledige verbranding. Dan zou men als producten voornamelijk koolstofdioxide en water mogen verwachten. Zo mooi is het echter niet.

De resultaten van analyses van oppervlaktewater in de omgeving, uitgevoerd in opdracht van het Waterschap Brabantse Delta geven een (gedeeltelijk?) beeld van de stoffen die bij de brand betrokken waren: het gaat om vluchtige aromaten zoals benzeen, tolueen en met name xylenen, en kleine PAKs zoals naftaleen. Daarnaast is er sprake van gechloreerde koolwaterstoffen – volgens de analyse met name oplosmiddelen, maar volgens andere bronnen werden ook (organochloor gebaseerde) pesticiden en insecticiden verwerkt.

Het water bevatte enorme hoeveelheden (tot 100 gram per liter) oxideerbaar organisch materiaal, wat samen met het waargenomen roet duidt op onvolledige verbranding.

Deze gegevens duiden erop dat er bij de brand een ingewikkelde cocktail van al dan niet gechloreerde verbindingen is vrijgekomen. Volgens het RIVM leveren de gevonden concentraties geen gevaar op voor de volksgezondheid. Enige onderbouwing daarvan ontbreekt echter. We moeten het kennelijk allemaal maar aannemen. De weigering om inzage te geven in de lijsten met chemicaliën is arrogant en onbegrijpelijk. De rapportage door het RIVM is gemakzuchtig en totaal onvoldoende. De omwonenden en de rest van Nederland hebben recht op de feiten. Alleen de feiten en openheid kunnen de begrijpelijke ongerustheid wegnemen. De overheid mag zich dus weer eens gaan schamen.

Persbericht van Brabantse Delta met analyseresultaten: Persbericht_brand_Moerdijk_bericht_4


Welten: Spelverdeler in de opsporing

januari 6, 2011

Eergisteren (dinsdag 4 januari 2011) was er op de televisie een uitzending te zien van het programma ‘5 jaar later’. Daarin kijkt presentator Jeroen Pauw samen met een gast terug op uitspraken en voorspellingen die deze gast 5 jaar geleden deed, om te kijken wat er van de verwachtingen is uitgekomen en hoe de gast er nu over denkt. In de uitzending van gisteren was Bernhard Welten te gast – hoofdcommissaris van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland.

Vijf jaar later

Aan de orde kwamen onder andere geweld in Amsterdam Zuidoost, criminaliteit van veelplegers en de georganiseerde misdaad. Over gevaar van het geweld in Amsterdam Zuidoost toonde Welten zich opmerkelijk realistisch. Verder distantieerde hij zich in het programma van de opmerkingen van Frits Bolkestein, die had gesteld dat Joden vanwege de discriminatie in Nederland maar beter konden emigreren en stelde hij dat de Amsterdamse politie het aankomende boerkaverbod niet zou gaan handhaven. Op Pauws vraag of hij burgerlijk ongehoorzaam aan het worden was antwoordde Welten: “Soms wel”.

Minder verkwikkelijk werd het toen het begrip ‘digitale slotgracht’ aan de orde kwam, wat tot groot enthousiasme bij Welten leidde. Het begrip slaat op toepassing van camerasystemen en databases om automobilisten met bijvoorbeeld een openstaande boete of belastingschuld eruit te kunnen pikken. Ook veelplegers en mensen die te weinig alimentatie hadden betaald kwamen daarvoor volgens de hoofdcommissaris in aanmerking. Welten over de mogelijkheden: ”Je wilt niet weten wat er allemaal bedacht kan worden waarop je uiteindelijk iemand zou kunnen controleren en waar om wat voor redenen dan ook behoefte aan is.” Daarop reageerde Jeroen Pauw dat hij dat eigenlijk juist wel wilde weten. Een terechte reactie natuurlijk, maar helaas verzuimde Pauw er ver genoeg over door te vragen. Vijf jaar daarvoor had hij eigenlijk ook zijn huiswerk al niet goed gedaan. Hij had Welten toen expliciet moeten bevragen over het visiestuk “Spelverdeler in de Opsporing” dat in december 2004 naar buiten kwam en dat onder supervisie van de hoofdcommissaris tot stand was gekomen.

Minority Report

Het visiestuk schetst een (volgens het stuk zelf nabije) toekomst waarin de politie door middel van technologische ontwikkelingen in staat is tot een totale controle van de burgers: al dan niet intelligente bewakingssystemen zijn overal aanwezig in de publieke en private ruimte en gekoppeld aan databestanden, die weer gekoppeld zijn aan draagbare computers van futuristisch uitgeruste agenten op straat. Detectiesystemen in of boven het wegdek kunnen in real time drugs, wapens, DNA sporen, persoonskenmerken enz. detecteren waarop onmiddellijk actie kan worden ondernomen. Sterker nog, criminaliteit wordt voorspelbaar en kan zo worden voorkomen. Hieraan refereert Welten terloops in het programma van Pauw wanneer hij het heeft over het KNMI voor de criminaliteit. De visie die in het stuk wordt neergezet is er een waarbij elke totalitaire leider zijn vingers zal aflikken. Welten citeert in het voorwoord van het stuk de toelichting bij de uit 2002 daterende film van Steven Spielberg, Minority Report:  

“In het Washington, D.C. van 2054 bestaat moord niet meer. Men kan immers in de toekomst kijken en alle schuldigen worden gestraft voor ze hun misdaad begaan”.

De rol van forensische opsporing ziet hij als “meer en meer sturend, richting gevend in de onderzoeken. En dat is nieuw. De mogelijkheden van de techniek lijken oneindig. […] Met de ontwikkelingen van nieuwe technologieën en de onbetrouwbaarheid van de verklaringen van getuigen of verdachten speelt forensische opsporing in termen van bewijsvoering een steeds grotere rol in het strafproces. Technisch bewijs is meer waard dan de verklaring van mensen. Mensen maken fouten, verdachten beroepen zich op hun zwijgrecht, maar de verklaring van technische sporen zijn veel zo niet alles zeggend”. Opportunisme is de hoofdcommissaris kennelijk niet vreemd: In het programma van Pauw geeft hij juist aan vertrouwen te hebben in de verklaringen van kroongetuige Peter La Serpe. Het is ook onbegrijpelijk dat Welten zo’n onbegrensd vertrouwen in alleen forensische sporen stelt.

In het visiestuk zelf wordt in hoofdstuk 2 een beeld geschetst van de “nabije toekomst van de politiezorg”. ’Big Brother is watching you’ zou een understatement zijn om de geschetste visie aan te duiden. Ik zal de tekst dan ook voor zichzelf laten spreken; alleen de kopjes zijn van mij:

Big Brother

“De fysieke observatie is structureel aangevuld met videosystemen in de (semi-)publieke en private ruimte. Deze systemen worden voorzien van gezichts- en stemherkenningstechnieken. Er is sprake van een combinatie van statische en dynamische systemen. Statische videosystemen staan 24 uur per dag en zeven dagen in de week aan.

[…]

De huidige toepassing in (semi-)publieke ruimten als parkeergarages, uitgaansgelegenheden, casino’s, pretparken en kantoren wordt structureel uitgebreid. Dynamische systemen worden automatisch geactiveerd door software, dat reageert op plotselinge bewegingen of opmerkelijke veranderingen in grote mensenmassa’s, bijvoorbeeld bij sportwedstrijden of demonstraties. Hetzelfde gebeurt indien zich wijzigingen voordoen in het normale geluidspatroon (audiosystemen).

[…]

Wetgeving verplicht producenten van dure gebruiksvoorwerpen (auto’s, computerapparatuur, meubels etc.) om sensoren aan te brengen. Deze kunnen worden geactiveerd indien zij worden ontvreemd.

[…]

Op de toegangswegen van grote steden, maar ook in geografische ringen in de stad en rond specifieke risicogebieden en gebouwen zijn detectiepoorten geïnstalleerd. Het voorbeeld van Londen, waar de binnenstad wordt gemonitored door een geautomatiseerd videosysteem dat alle kentekens geregistreerd, heeft op grote schaal navolging gevonden. Detectiepoorten bestaan uit een combinatie van wapen, drugs-, gas-, explosieven en biologische sensoren. Zij zijn aangebracht in het wegdek, op verkeersborden boven de weg, in de vangrail en reclameborden. Alarmeringen worden direct doorgegeven aan politiefunctionarissen op straat en de meldkamer.”

Robocop

Robocops

“Iedere politiefunctionaris is uitgerust met een draagbare miniatuurcomputer die draadloos is verbonden met de verschillende detectiesystemen en de meldkamer. Iedere politieman draagt een helm en een bril. De oude portofoon is geïntegreerd in de helm en in de hoeken van de bril kunnen foto’s en videobeelden worden doorgeseind. Met handpalmsystemen worden foto’s en videobeelden gemaakt voor de identificatie van personen en/of goederen. De informatie wordt doorgegeven aan een centrale computer en vrijwel in real time wordt de agent voorzien van informatie. De draagbare miniatuurcomputer kan wapens (Passive Millimetric Microwave Detection System) en explosieven detecteren, maar ook drugs- , DNA- en alcoholtesten uitvoeren (lab-on-a-chip). De computer is voorzien van technieken om radioactiviteit en andere mogelijke biochemische wapens te ontdekken (Multi-agent Chemical Biological and Nuclear Detection Equipment). De draagbare computer beschikt over röntgenapparatuur en warmtetechnieken. Met het eerste kan door koffers en kleding worden ‘gekeken’, met het laatste kan door muren worden ‘gekeken’ om te zien of zich daar personen of warmteprocessen (zoals vervaardiging van XTC en hennep) bevinden.

[…]

Door deze technieken wordt het toezicht effectiever, wordt bezit beschermd, kan de authenticiteit van burgers sneller en beter worden vastgesteld en kunnen wapens, explosieven en biochemische stoffen sneller, beter en eerder worden gedetecteerd. Bovendien worden potentiële daders eerder gelokaliseerd met behulp van gezichtsherkenning, biometrische vinger- en irisafdrukken en zelfdenkende camera’s met agressiedetectors. De technieken om voertuigen en personen te kunnen traceren worden door de digitalisering van de samenleving onbegrensd.”

Geautomatiseerde beslissingsmomenten

“De verscheidenheid aan informatieproducten (foto’s, videobeelden, geluidsopnamen en on the spot testen) kunnen worden gebruikt in de opsporing. Hetzij als sturingsinformatie, hetzij als bewijs.

Het opsporingsproces is geprofessionaliseerd door de invoering van intelligente kennissystemen voor case screening (koppeling van bestanden), geautomatiseerde managementsystemen voor de planning van het onderzoek, met daarin geautomatiseerde beslissingsmomenten en tijdwinst door het ter beschikking hebben van real time forensische analyses. De strafrechtsketen is volledig geautomatiseerd. Vanaf het plaats delict tot aan de rechtszitting wordt gebruik gemaakt van digitale dossiers die processen-verbaal, foto’s, video’s, virtuele reconstructies en forensisch technische analyserapporten bevatten. De elektronische dossiers zijn voorzien van zoekmachines (juridische Google’s) die het de rechercheur, het recherchemanagement, de officier van Justitie, de advocaat en de rechter mogelijk maken efficiënt te zoeken en dwarsverbanden aan te brengen. Getuigen en verdachtenverhoren worden deels virtueel uitgevoerd. Rogatoire commissies worden met straal- en internetverbindingen uitgevoerd. Tijdens een rechtszitting zijn niet langer alle betrokkenen aanwezig omdat verbindingen langs virtuele weg worden gemaakt. De opsporing heeft in al zijn facetten de integratie van ICT gezien. Vanaf vaste en mobiele locaties zijn draadloze verbindingen gemaakt met databanken. Middels datamining-technieken, die worden ondersteund met kunstmatige intelligentie, is een groot aantal open en gesloten bronnen in real time bevraagbaar.”

Geneutraliseerd

“De toepassing van fysiek geweld is teruggedrongen door de introductie van non lethal weapons: een nieuwe generatie wapens dat door geluidsgolven het centrale zenuwstelsel aantast en criminelen of verstoorders van de openbare orde tijdelijk ziek, zwak en misselijk maakt. Auto’s en motoren kunnen met gerichte ‘schoten’ tot stoppen worden gedwongen doordat de elektrische circuits worden vernietigd. Met behulp van de video- en audioapparatuur, de detectiepoorten en de draagbare computers worden potentiële verstoringen van de orde preventief aangepakt. Gesignaleerde personen worden ‘geneutraliseerd’. Door de integratie van lokale detectiebronnen met nationale (forensische) databanken is de effectiviteit sterk toegenomen. Satellieten worden gebruikt voor het monitoren van openbare ordeverstoringen. De informatie wordt doorgestraald naar helikopters en kleine – wendbare – vliegtuigen die meer gericht situaties opnemen.”

Ambitieus

Tot zover de citaten uit het visiestuk. Naast de totale controle van burgers door middel van camera- en detectiesystemen valt op de totale verontmenselijking van de politieagent. Ze zijn veranderd in een soort van Robocops die maar in weinig meer lijken op die ‘vriendelijke wijkagent’ van om de hoek. Ook zeer opvallend is de beoogde automatisering van het opsporingstraject, die in combinatie met het onbegrensde vertrouwen in de waarde van (automatisch verkregen) forensisch bewijsmateriaal uitermate gevaarlijk is. Als laatste valt natuurlijk op de beoogde totale eliminatie van criminaliteit en maatschappelijk verzet. Blijft over de vraag in hoeverre de geschetste visie nu mogelijk zal zijn in de nabije of verder liggende toekomst. Het stuk is zeker niet weg te zetten als de oververhitte fantasie van een aantal politiefunctionarissen. De auteurs nemen het in ieder geval zeer serieus: “Is deze science fiction louter vermaak of, stimuleert Hollywood onze creativiteit en anticipatievermogen? Wij denken het laatste”. Ook het Nederlands Forensisch Instituut en enkele wetenschappers zijn betrokken bij de totstandkoming van de toekomstvisie. Zijn zij met opzet in onvoldoende mate kritisch geweest over de technologische mogelijkheden? Dat is best mogelijk, ze hebben mogelijk ook een belang in de toename van onderzoek op dit gebied. Financiering van toegepast onderzoek door de overheid is altijd welkom in de competitieve academische wereld en ook het NFI zal vergroting van het onderzoeksterrein toejuichen. De geschetste visie is uitermate ambitieus en als zodanig in de nabije toekomst niet haalbaar, maar om geld los te krijgen is een wijds perspectief altijd het beste; die boodschap heeft men in de wetenschappelijke wereld wel begrepen.

Toch is het onverstandig om toekomstvisie als onrealistisch weg te zetten. Een aantal zaken kunnen in de nabije toekomst wel degelijk worden gerealiseerd of zijn inmiddels zelfs al realiteit: de intelligente camerasystemen zijn er (bijvoorbeeld: Hostile Intent Technology van TNO) en de koppeling van databestanden is er ook. De genoemde lab-on-a-chip is ook gerealiseerd: ze zijn verkrijgbaar voor zelfdiagnostische (medische) doeleinden en in het kader van de opsporing is er een lab-on-a-chip gerealiseerd die DNA analyses kan uitvoeren op basis van verkregen wangslijm. De analyse duurt weliswaar nog 4 uur maar die tijd is mogelijk wel te bekorten. Ook de integratie van meerdere soorten analyses is waarschijnlijk wel te realiseren op termijn. De detectie van chemische stoffen zoals drugs of explosieven door detectoren in of boven het wegdek, het lijkt nog ver weg vanwege detectielimieten die extreem laag moeten zijn en de moeilijkheid om te bewijzen waar de gedetecteerde stoffen dan wel precies vandaan kwamen. Maar als de techniek niet gebruikt wordt voor bewijzen maar voor een grove selectie op basis waarvan grote aantallen bestuurders langs de kant van de weg gezet zullen worden voor controles, wat blijft er dan over van onze zogenaamde ‘burgerrechten’?


Dwangmedicatie als zwaard van Damocles

december 9, 2010

 

dwangmedicatie_als_zwaard_van_Damocles (download hier een uitgebreider artikel met meer achtergronden en referenties in pdf format)

 De Beginselenwetten die van toepassing zijn op gedetineerden in de gevangenis, jeugdgevangenis en tbs-inrichtingen ondergaan op korte termijn drastische wijzigingen. Daardoor dreigt de toepassing van dwangbehandeling bij gevangenen – in de praktijk meestal dwangmedicatie – een enorme vlucht te nemen.

 Ongebreidelde dwang

Volgens de nu geldende wetgeving is dwangbehandeling eigenlijk alleen voor korte tijd mogelijk bij direct gevaar voor de gedetineerde zelf of voor personen in zijn of haar omgeving. In de praktijk betekent dit dat dwang kan worden toegepast op mensen die in een (sterk) psychotische toestand verkeren en agressief gedrag vertonen.

In de nieuwe wetgeving gaat een sterk uitgebreid gevaarcriterium gelden. Dit omvat naast gevaar voor lichamelijk letsel ook het gevaar dat iemand maatschappelijk te gronde gaat, gevaar dat anderen aan zijn of haar zorg toevertrouwd verwaarloosd zullen worden, gevaar voor zelfverwaarlozing en een algemeen gevaar voor de veiligheid van personen of goederen. Met dit criterium dreigt een sterke uitbreiding van de groep mensen die ermee te maken kunnen krijgen, naar bijvoorbeeld mensen die zich excentriek gedragen in de openbare ruimte. Deze kunnen immers met geweld te maken krijgen van mensen die zich aan hun excentrieke gedrag storen. Het is verder bijvoorbeeld de vraag hoe het gevaarcriterium gaat uitwerken bij toepassing op het gevaar voor goederen. Kunnen politieke activisten na een psychiatrische diagnose ermee te maken krijgen? Er is geen duidelijkheid over. In de Memorie van Toelichting bij de wetsvoorstellen wordt wel gesteld dat het om een “niet-limitatieve opsomming” gaat. Dat zet de deur voor dwang wagenwijd open.

Uitbreiding van dwang volgt ook uit de invoering van het aannemelijkheidcriterium: Volgens dit criterium hoeft het alleen maar aannemelijk te zijn dat zonder behandeling het gevaar niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen. Dat lijkt een zeer rekbaar criterium.

Zwakkere rechtspositie  

“Das Gesetz nur kann uns Freiheit geben” (‘de wet alleen kan ons vrijheid geven’), aldus voormalig minister Hirsch Ballin op de themamiddag ‘Zorg en dwang II’ (14 januari 2009). Vele duizenden mensen zullen dat mogelijk in de toekomst heel anders ervaren.

De Nederlandse Orde van Advocaten adviseerde negatief over de wetswijzigingen. Dat is niet verbazingwekkend want de rechtspositie van gedetineerden in de nieuwe situatie is zwak. Bij de totstandkoming van vrijwillige behandeling wordt de inbreng van de gedetineerde minder: Deze behandeling ontstaat niet meer “zoveel mogelijk in overleg met hem”, maar “na overleg met hem”. Bij afwijzen van behandeling op voorwaarden van de behandelaar volgt dwangbehandeling. In tegenstelling tot de situatie in de reguliere GGZ hoeft daarvoor geen rechter ingeschakeld te worden. De directeur van de gevangenis of inrichting besluit hierover op advies van twee psychiaters. De Raad van State gaf hierover een negatief oordeel, evenals over uitbreiding van het gevaarcriterium en invoering van het aannemelijkheidcriterium. Opmerkelijk genoeg werd deze kritiek door toenmalig minister Hirsch Ballin in de wind geslagen. Dat de directeur van de instelling beslist houdt een gevaar in van positieve beslissing tot dwangbehandeling op oneigenlijke gronden. Het kan maar al te gemakkelijk worden om dwangmedicatie te geven uit beheersbaarheidoverwegingen. Dit zal des te meer spelen wanneer er sprake is van personele onderbezetting op de penitentiaire afdelingen.

 Meer stoornissen

De uitbreiding van dwang volgt ook uit de toename van stoornissen en psychische problemen die ermee te maken kunnen krijgen: Het gaat naast psychoses om persoonlijkheidsstoornissen, verslavingsproblemen, ADHD, verstandelijke handicap en autisme spectrum stoornissen zoals pdd-nos en syndroom van Asperger.

Het is maar de vraag of en in hoeverre er een causaal verband tussen deze stoornissen en het af te wenden gevaar is. Er is bovendien veel kritiek mogelijk op de totstandkoming van diagnoses in de psychiatrie. Volgens sommige psychiaters ‘bestaan’ vele stoornissen niet eens en is het zinvoller om naar symptomen te kijken en die te behandelen. Bij behandeling ligt de nadruk vaak op pillen, met het risico van zware bijwerkingen. Door de focus op pillen is er bovendien te weinig oog voor de omstandigheden en hoe die psychiatrische stoornissen kunnen veroorzaken, onderhouden of verergeren. Die omstandigheden zijn in detentie verre van optimaal voor mensen met een psychiatrische conditie: De bewegingsvrijheid is beperkt en er zijn veel harde geluiden, uniformen en camera’s.

Tweede Kamer

Vanuit de Tweede Kamer kwam tot nu toe de meeste kritiek van de SP en de PvdA, en in mindere mate van de CU. Van GroenLinks en D66 ontbrak vreemd genoeg elk commentaar. De regeringsfracties en de PVV hebben geen enkele kritiek en het ziet er dus vooralsnog naar uit dat het voorstel ongeschonden door de Tweede Kamer gaat komen.  Dat betekent dat vele duizenden mensen mogelijk in de komende jaren de onzalige gevolgen van dwangmedicatie zullen gaan ondervinden. Welke groepen mensen dat zullen zijn staat nog te bezien, maar daarover zijn door geen van de fracties kritische vragen gesteld. Ook zijn er geen vragen gesteld over de wijze waarop causale verbanden tussen de psychiatrische stoornissen en het gevaar zullen worden vastgesteld. Deze zaken zijn echter cruciaal voor de mensen die ermee te maken kunnen gaan krijgen – de gedetineerden. Het is daarom onverteerbaar dat deze plannen zo kritiekloos door de Tweede Kamer lijken te gaan komen.


MasterCa/rd

december 8, 2010

Nu de groep Anonymous de site van MasterCard heeft platgelegd naar aanleiding van het blokkeren van donaties aan Wikileaks door MasterCard is de vraag:

Is de liefde van de consument voor MasterCard nu ook voorbij?


SP totaal van het pad af

november 16, 2010

“Steun voor SP-plan aanpak agressie tegen politie” bericht de Socialistische Partij op 14 november. Het gaat om een plan van SP-kamerlid Ronald van Raak dat volgens het bericht voortkomt uit de meldweek (14 t/m 21 oktober) ‘Handen af van onze agenten’. In het gelijknamige rapport vertellen 50 politieagenten over hun “persoonlijke ervaringen”. De verhalen zijn helaas totaal oncontroleerbaar en in een aantal gevallen duidelijk ongeloofwaardig of gekleurd. Volgens de bijbehorende voorstellen moet agressie tegen agenten “altijd zwaar en snel worden gestraft” en moeten de plegers vaker schadevergoeding betalen. Rechters zouden verder minimaal één keer per jaar met de politie moeten meelopen om meer begrip voor hun situatie te krijgen en veelplegers met een verslaving moeten ‘geholpen’ worden.

Braafste jongetje van de klas Ronald van Raak

 

De SP lijkt hiermee vooral de andere partijen in de Tweede Kamer te willen overtroeven in de roep om verbaal en fysiek geweld tegen ambtsdragers zwaarder te bestraffen dan geweld tegen ‘burgers’. Al in 2006 werd een soortgelijk actieplan opgesteld door minister Remkes (VVD); het Openbaar Ministerie zou in dergelijke gevallen met een dubbele strafeis moeten komen en schadevergoedingen moesten worden geëist. Ook kon volgens dit plan al (super)snelrecht worden toegepast. Hieraan werd door de rechter echter niet altijd gehoor gegeven. Politierechter Falger oordeelde in 2009 dat „omgaan met soms angstaanjagend gedrag” bij het werk van politiemensen hoort. Zij vindt verzet bij een arrestatie, zoals in één van de behandelde zaken aan de orde was „toch iets anders” dan geweld tegen ambulancebroeders. Dit tot grote woede van de politie en veel politieke partijen.

Van Raak erkent in het rapport dat in de Tweede Kamer al eerder is afgesproken om strenger op te treden, maar wil hier kennelijk nog een schepje bovenop doen. Dat hij daarbij voorstellen doet die gedeeltelijk al gelden deert hem kennelijk niet. Zo is de dubbele strafeis van het OM al een realiteit en wordt er in principe vervolgd. Het SP-voorstel stelt nu voor om bij geweld altijd te vervolgen, dat is dus zonder naar de omstandigheden en de ernst van het (verbale) geweld te kijken. Dat geweld vaak door de politie wordt uitgelokt, speelt voor van Raak geen enkele rol. De jongen die kort geleden in elkaar werd gemept door een belachelijk grote politieovermacht en werd gebeten door een politiehond – vanwege het eten van een broodje in de bus – moet volgens van Raak dus ook nog zwaar boeten omdat een agent een stijve kaak heeft opgelopen.

Van Raak heeft zich de laatste jaren ontpopt tot een groot fan van de politie, die geen mogelijkheid onbenut laat om te pleiten voor meer blauw op straat. Van Raak in het rapport: “Mensen worden politieagent om anderen te helpen”. Dat helpen omvat vreemd genoeg ook het opjagen en arresteren van daklozen. Een uitermate dubieus voorstel van van Raak is dat veelplegers van geweld tegen agenten verplicht voor hun verslaving en agressie behandeld moeten worden. Of een eventuele verslaving (waaraan?) en agressie in voorkomende gevallen gerelateerd zijn vraagt van Raak zich überhaupt niet af. Ook deze maatregel is gedeeltelijk dubbelop: er is immers al de ISD-maatregel. Daarbij is plaatsing in een GGZ-instelling en behandeling nog op vrijwillige basis. In het SP-voorstel zou dit verplicht moeten worden. Er wordt niet vermeld of dit ook gedwongen medicatie in zou houden, maar ik vrees dat een dergelijke inbreuk op de lichamelijke integriteit wel tot de gewenste maatregelen behoort. Er waait een gure, ultrarechtse wind in Nederland. Vreemd genoeg komt die wind de laatste tijd opvallend vaak uit de linkerhoek.


Hij heeft er spijt van

november 15, 2010